donderdag 6 februari 2014

1. Henric Ulte in Montfoort (1697-1719) (3)

De arbeid van Hendrik en weer ruzies in Montfoort 
Op 26 april 1717 is er weer een vergadering van de vroedschap. Hendrik wordt dan verhoord. Een deel van de notulen van deze vergadering luiden:172

De aanleg en het onderhoud zijn dus voor rekening van Hendrik. Hier tegenover staat dat de stad de kosten van het uitdiepen van de gracht om het kasteel voor haar rekening neemt.

Op 6 juni 1717 is er in een huis te Montfoort zoveel geweld dat de hele stad 'in disordre was'. Ook op zondag 11 juli is het er wel zeer grof toegegaan. Het stadsbestuur schrijft op 22 juli dan ook een brief aan het Hof van Utrecht.173 In het huis van Cornelis van der Wurff, alias Captaintje, wordt zeer tot zijn leedwezen, een 'godloos en ergelijk leeven' geleid door zijn vrouw, zijn dochter Maria en door ene Geertruijd Everts van der Eegt.

De vader van Geertruijd is 'tot Wijk gegeselt, aldaar opgesloten in het tuchthuis', maar inmiddels weer ontsnapt. Zij houden zich daar op met 'jonge manspersoonen, jaa aankomende jongens'. Niet alleen de buren klagen dagelijks erover bij het stadsbestuur. Ook Captaintje heeft klagende te kennen gegeven dat hij hierover met zijn vrouw in onmin leeft. Hij heeft zijn vrouw en dochter reeds willen bestraffen, maar toen hebben ze hem mishandeld. Ook de ouders, die hun zonen willen komen halen, worden uitgescholden en bedreigd. De situatie is zo erg dat er te vrezen is dat er doden zullen vallen. Captaintje heeft zelfs zijn eigen huis moeten verlaten en is gevlucht naar het huis van zijn getrouwde dochter 'alwaar sijn vrouw met een gebloot mes in de hand in sulken verwoedheyd hem vervolgt, en naa hem gestooken heeft'. Gelukkig zijn de buren tussenbeide gekomen. Anders zou Captaintje het naar alle waarschijnlijkheid niet na hebben kunnen vertellen.

Op 6 oktober lezen we dan nog iets over Captaintje. Hij verplicht zich dan om voor zijn vrouw, die in het tuchthuis te Utrecht zit en niet in staat is om de kost te verdienen, iedere week zes  stuivers te betalen. Uit de stadsmiddelen worden daar dan gedurende de winter 4 à 6 stuivers bijgevoegd.174

Drie notariële zaken uit 1717 en 1718 (betreffende Montfoort):
9 november 1717 Verzegeling
De erven van Jan Dirckss van Catwyck kunnen niet gebruik maken van een testament. Er is een kist ten huize van Jacobus van Aldenhoven die verzegeld wordt. Opdrachtgevers zijn Cornelis Corneliss Backer te Montfoort, samen met Anna Maria Corneliss Backer, gehuwd met Cornelis van Wyck. Maar ook 'hun twee broers' !? 

30 november 1717 Ontzegeling
Erflater is een zoon van Dirck Otten van Catwyck en Jannichje Cornelis van Wildervelt. Als opdrachtgevers treden op: Boudewyn de Bruyn te Amsterdam, gehuwd met Adriana van Wildervelt, nicht. Maar ook Cornelis Corneliss Backer, neef te Montfoort, Jan Cornelis Backer, neef te Wilnis, Pieter Corneliss Backer, neef te Montfoort en Cornelis Corneliss van Wyck, gehuwd met Anna Maria Cornelis Backer.

3 juni 1718 Codicil
Gysbert de Gruyter, oud burgemeester van Montfoort, komt voor in een codicil waarin de toewijzing van legaten en de nadere bepaling van het legaat voor de kinderen van zijn zuster Lysbeth Jans de Gruyter te Kockengen. Tot executeurs worden benoemd Jacobus en Albartus Foreest.

Hendrik overleden in 1719/1720?  
Twee gegevens stellen ons in staat om aan te tonen dat Hendrik in de periode tussen 30 juni 1719 en 6 oktober 1720 moet zijn overleden. Op 30 juni 1719 wordt er namelijk een kind van Hendrik Kok en Maria Ulte gedoopt waarbij als getuige aanwezig is 'de huisvrouw van Hendrik Ulte'. Op 6 oktober 1720 vindt opnieuw een doop plaats van één van de kleinkinderen. Nu echter is Trijntje aanwezig als 'de weduwe Hendr Ulte'.

Via de gebruikelijke bronnen is de exacte datum van overlijden niet meer te vinden. Een aantal jaren werd het overlijden van de inwoners van Montfoort niet bijgehouden, c.q. is niet bewaard gebleven.
Op 63 of 64 jarige leeftijd overlijdt Henric (de naam tijdens zijn doop), na periodes in Utrecht, Amsterdam en Abcoude, te Montfoort.

Hendrik begraven in Montfoort
In ieder geval wordt Hendrik Ulte in de Grote of St. Janskerk te Montfoort begraven en wel onder ‘steen 48’. Deze vermelding vinden we in het boekje over genoemde kerk (geschreven door A.C. Hellema).175

Hellema schreef ook een stukje over het begraven in de kerk. Een deel van de tekst:
‘Men zou bijna kunnen zeggen, dat in en rondom het kerkgebouw duizenden mensen, grijsaards en kinderen, een laatste rustplaats hebben gevonden. Niet voor niets werd aan een laatste rustplaats in de kerk of vlak daarbuiten zulk een grote waarde gehecht.
Immers, was het geen gewijde grond, waarop het Godshuis was gebouwd ? Geen gestrafte met de dood, geen plots gestorven zwerver, of rondtrekkende bedelaar was deze rustplaats waardig. Het galgenveld of de vreemdelingenbegraafplaats, welke zich altijd in de omgeving van enige plaats van betekenis bevonden, waren voor zulken goed genoeg. De wijze van begraven (met het hoofd naar het westen), had een symbolische betekenis. Bij de Opstanding, wanneer Christus verschijnen zou, welke verschijning men uit het oosten verwachtte, zou de verrijzenis in staat stellen tot een onmiddellijk gezicht op de Zoon Gods.’

Het was dus een ingrijpende maatregel, dat bij Besluit van Koning Willem I d.d. 24 mei 1825, het verboden werd in de kerk te begraven. 

Ook de vloer van de kerk heeft in de loop der eeuwen de kerkmeesteren veel zorgen gebaard. Uit burgerlijke en kerkelijke archieven blijkt, dat de vloer herhaalde malen moest worden verhoogd. Dan als gevolg van overstromingen van de Lek en de IJssel, andermaal wegens verzakkingen. Wat dit laatste betreft, de graven in de kerk moesten regelmatig worden geopend en op onverwachte momenten zakten oude graven in.

Momenteel dateren slechts enkele zerken van voor 1758, alsmede nog enkele graftombes op het koor. Voorzover niet verscholen onder vloeren en banken zijn er nog grafzerken te vinden:

- in de zijbeuk links                                   70 nummers
- in de zijbeuk rechts                                   59 nummers
- voor de preekstoel en onder de banken         17 nummers
- op het koor                                             28 nummers
- op het koor in een hoek                              2 nummers

Totaal dus: 176 nummers, waaronder Henric (in de zijbeuk rechts).

* * * * *

Een notariële zaak uit 1719 (betreffende Montfoort):
23 september Codicil
Mechteld de Vry, weduwe van Johan van Cortenes in leven burgemeester van Montfoort, te Montfoort laat in dit codicil de toewijzing van prelegaten opnemen. De dochters Sara Maria van Cortenes en Johanna Catharina van Cortenes zullie de directie en het beheer hebben over de nagelaten boedel. Dit tijdens het uitlandig zijn van zoon Pieter van Cortenes.

172 GAM 36: pag. 556.
173 Ibidem, pag 561-564.
174 Ibidem, pag 581.
175 Hellema.